De operatie onder plaatselijke verdoving van mijn rechterpols was een aparte belevenis. Ik had er bewust voor gekozen omdat ik voelde dat mijn lijf een volledige narcose niet zou overleven. In de pre-op had ik een spuit of 3 in mijn schouder gekregen. Bijna onmiddellijk werd mijn rechterarm gevoelloos en het leek wel of hij 10 keer in omvang toenam.
Eens op de operatietafel werd mijn arm van mijn zicht afgeschermd, nee ik kon dus niet mee volgen wat de specialist deed. Vooraf had hij me gezegd dat ik muziek mocht meebrengen om tijdens de operatie naar te luisteren. Tijdens de voorbereidingen wat grapjes maken met de anesthesist en de specialist en dan mijn oortjes van Ipad . Ik had Adèle gekozen om naar te luisteren. De specialist begon eraan. ‘Mevrouw op de plek waar ik de incisie moet maken , heb jij een melanoom. Mag ik dat verwijderen, nu je hier toch ligt?’ ‘ Ok doe maar’ En dan begonnen de trek-, boor- en vijs- en naaitoestanden. Ik voelde elke manipulatie maar pijn voelde ik niet. Na een uurtje was de ingreep achter de rug en werd ik naar de post-op gebracht en vandaar terug naar mijn kamertje in de dagkliniek. De verpleegster drong er op aan dat ik steeds , bij elke beweging mijn verdoofde arm moest ondersteunen want anders zou mijn schouder uit de kom kunnen geraken. Mijn arm voelde trouwens aan als lood, zo zwaar. Aangezien ik nuchter om 6 uur in de dagkliniek moest zijn , speelde de honger. Eten… nog even wachten, een slokje water mag , doe maar een dutje. Een dutje doen in een kamer zonder deur waardoor je dus alle bedrijvigheid van de afdeling hoort, daar kwam niks van. De dokter had gezegd dat ik na een uurtje verpozen op de kamer ik naar huis mocht. Dat uur was ondertussen al ruim verstreken, eten had ik nog niet gezien en ik had er genoeg van , ik wou naar huis. Aankleden! Zonder hulp, zonder dat je je rechterarm kan gebruiken of zelfs maar kan opheffen ! Met heel veel moeite lukte me dat. Net op het moment dat ik mijn kamertje wou verlaten , kwam een verpleegster binnen. Verbazing alom! ‘Hoe heb jij dat alleen voor elkaar gekregen?’ ‘Wilskracht! Ik wil naar huis, ik zal thuis wel eten.’ Ontslagpapieren en voorschriften voor pijnstillers gekregen. ‘Geraak jij thuis?’ ‘Ja, hoor, geen probleem.’ Mijn lief had mij ’s morgens voor zijn werk met de auto naar de kliniek gebracht. Iedereen met een wagen die ik op het moment van vertrek uit het ziekenhuis kon bellen, was aan het werk. Ik wou ook niemand lastig vallen. Dus te voet naar huis. Een wandelingetje van pakweg 1 km in de regen met een jas die ik niet kon sluiten. Dat zal wel lukken. Wat normaal een wandelingetje van 15 minuten is werd er een van ruim een halfuur. Hoe dichter ik bij mijn huisje kwam, hoe mottiger ik werd, hoe draaieriger ik werd, hoe meer pijn ik voelde in mijn gegipste pols. Komaan Linda, doorbijten, nog efkes… Eindelijk aangekomen. Ik steek de sleutel in het slot…PANIEK….ik heb mijn 2 handen nodig om de deur open te krijgen. Met de ene hand de sleutel omdraaien en met de andere hand aan de deurknop trekken….onbegonnen werk. Rustig blijven, diep ademen en bij de buurvrouw aanbellen…bad karma…de buurvrouw is niet thuis, de overburen ook niet…PANIEK… wat nu. Ik zie een auto aan komen rijden en ik doe teken om hem te laten stoppen. Ik leg de vriendelijke meneer uit wat mijn probleem is en hij wil helpen om mijn deur te openen. OEF! Eenmaal binnen ben ik uitgeput op de grond gaan liggen omdat ik voelde dat ik ging flauwvallen. Ik heb daar toch een dik uur gelegen….tot ik van de pijn niet meer kon. De verdoving was uitgewerkt. Al snel kwam ik tot het besef dat ik zonder rechterarm een beetje hulpeloos was. Ik ben een kluns met links. Een boterham smeren, snijden, een fles opendraaien, groenten kuisen, me wassen….ik die het moeilijk vond om hulp te vragen, moest nu wel…en dat 7 weken lang….niet gemakkelijk… maar mijn ouders, mijn kinderen, mijn zus, mijn vriendinnen, mijn lief allemaal hebben ze geholpen. Met plezier, met warmte met heel veel liefde. Schilderen kon ik ook niet meer. Dus werden mijn dagen gevuld met zetelhangen en denken, malen…Het eerste wat ik dacht was ‘Nu ben ik echt ziek, iedereen kan dan nu zien. Ik lig in het gips. Nu gaat iedereen begrijpen dat ik niet kan gaan werken, dat ik met reden thuiszit.’ Mijn wekelijkse afspraak met de therapeute werd een telefonische afspraak zolang ik met een gips rondliep. Tijdens dat eerste telefonische consult zei ze ‘Die val is niet voor niks gebeurd. Dat is je lijf dat heel cru gezegd heeft dat het genoeg is, dat je je grenzen moet stellen. Aanvaard nu dat je ziek bent ook zonder gips, stop met vechten, want zo lang je vecht, zo lang zal je lijf niet herstellen.’ Elke dag van de 7 weken gips was een dag dichter bij de aanvaarding. Ik mag mijn lijf dankbaar zijn voor de val! O ja.... het oudejaarsfeestje! Dat werd met heel veel liefde en warmte georganiseerd door mijn oudste zoon en schoondochter! Reageren is niet langer mogelijk.
|
AuteurSchrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat. Archieven
Februari 2021
Categorieën |